Bericht uit de werkplaats: eerste sessie Siderosofie
Eergisteren, op dinsdag 28 maart, vond de eerste sessie plaats aan de werkbank van de zorgesthetische werkplaats. De werkbank werd bemenst door Tineke Abma, Lieke de Kock, James Thompson en David van Bodegom. Onder begeleiding van kunstenaar Sandra Schouten en samen met Tom Maassen werkten zij ruim twee uur met opperste aandacht aan hun stukken hout. Tineke koos voor abachi, Lieke koos walnoot, James tulpenboom, David en Tom gingen aan de slag met olijf.
De opdracht voor deze sessie was ‘probeer iets te maken wat jou een goed gevoel geeft’. Het proces is daarbij belangrijker dan het eindresultaat. Het is van belang dat je het hout leert kennen, dat je voelt hoe het reageert op jouw pogingen om het te bewerken, dat je de juiste gereedschappen weet te vinden voor jouw hout, en dat je leert aanvoelen hoe jijzelf op dat eigenzinnige stuk hout reageert. En dan zijn er grote verschillen tussen de diverse houtsoorten, is de ene beitel de andere niet, werkt op dit hout het ene houtsnijmes wel en het andere niet, en dat heeft uiteraard ook weer met jouw hantering van die gereedschappen te maken.
Interventies
Zo ontstond er gedurende die twee uur voor alle deelnemers een intieme en unieke relatie tussen hout, gereedschappen en maker. Dit kwam een aantal keren treffend tot uitdrukking in de kunstzinnige interventies die Sandra deed om de lichamelijke en zintuiglijke betrokkenheid van deelnemers bij het maken te versterken.
Bijvoorbeeld toen we geblinddoekt, in plaats van het dominante visuele, juist even de andere zintuigen in contact brachten met het hout. Bij sommigen ontstond daardoor een nieuw gevoel van richting voor hoe verder te gaan. Of toen we voor een paar minuten aan het werk van buurvrouw of -man werkten: de een durfde bijna niets aan dat van de ander te doen, maar was niet bezorgd over wat er met zijn hout gebeurde, terwijl de ander nogal fors ingreep op het stuk van zijn buurvrouw, die op haar beurt een mix van jaloezie en frustratie voelde opkomen doordat ze hem zo bezig zag, met zijn gereedschappen op haar stuk notenhout.
Toen op een bepaald moment werd gevraagd of iedereen tegelijkertijd hardop wilde uitspreken wat er in hem of haar omging, welke overwegingen, ideeën, ervaringen, keuzes en aarzelingen er waren, stond iedereen zacht, sommigen bij onhoorbaar, tegen het eigen stuk hout te praten. Af en toe waren er alleen wat losse woorden hoorbaar, mompelde iemand het begin van een zin, een ander alleen het einde…
Richting het einde van de sessie werden we uitgenodigd om op een groot vel papier een lijn te trekken die het individuele maakproces en de verhouding tot het hout tot uitdrukking brengt. Het boeiende daaraan was dat er vijf heel verschillende beelden ontstonden. Op detailniveau waren zeker overeenkomsten aan te wijzen, maar vooral ook veel diversiteit. Stuk voor stuk interessante aanknopingspunten voor een goed gesprek over manieren om je te verhouden tot werk, tot creëren, tot maken.
Care Aesthetics
James, die verbonden is aan The University of Manchester, vertelde ’s middags uitgebreid aan de collega’s van Leyden Academy over zijn recent verschenen boek Care Aesthetics. For artful care and careful art. Net zoals er in de kunsten veel wordt zorg gedragen, is volgens hem in de zorg veel esthetiek: in het contact en de interacties tussen mensen en lichamen, de schoonheid in zorgzaamheid, aanraking, ontroering, het aanvoelen van wat nodig is om te doen, daar de juiste keuzes in maken, manieren om de ander te troosten en te begeleiden, sowieso – in zorgen… De kunsten kunnen veel leren van de zorg en van de zorgethiek, is zijn pleidooi, maar andersom kan de zorg ook leren van kunst en ambacht.
Daarop volgde een boeiend gesprek over mogelijkheden en manieren om dat esthetische in de zorg meer en beter tot uitdrukking te laten komen. James koestert sterke hoop dat door onderzoek naar en aandacht voor het vakmanschap van zorgprofessionals, hun prachtige werk anders gewaardeerd, ontvangen en gedaan zal gaan worden.
Met bijzondere dank aan James en de andere deelnemers, aan Sandra en aan Marleen Dohmen voor het observeren en de mooie foto’s!